Huurders vrije sector kunnen niet genoeg sparen om huis te kopen

In het kort

• Huurders in de vrije sector houden vaak nauwelijks spaargeld over vanwege hun hoge woonlasten.
• Ze kunnen daardoor moeilijker een huis kopen en blijven gedwongen huren.
• Een mogelijke oplossing is dat starters een deel van hun opgebouwde pensioen inzetten om een huis te kopen.

Huurders in de vrije sector hebben vaak zulke hoge woonlasten dat ze nauwelijks geld overhouden om te sparen. Daardoor raakt het kopen van een eigen woning uit zicht. Dat blijkt uit een onderzoek dat economen van Rabobank woensdag publiceren in vakblad ESB.

De onderzoekers hebben een enquête gehouden onder bijna 10.500 huurders en woningbezitters tussen de 20 en de 45 jaar. Huurders in de vrije sector gaven veel vaker dan huiseigenaren te kennen dat ze graag meer zouden willen sparen, maar daar vanwege de hoge woonlasten niet toe in staat te zijn. De kans dat ze überhaupt spaargeld hadden, was twee keer zo klein.

De resultaten zijn opvallend, omdat de vrijehuursector vaak wordt genoemd als voorwaarde voor een goede doorstroming op de woningmarkt. Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank (DNB), zei begin dit jaar dat er meer huurwoningen in de vrije sector moeten komen. Huishoudens die te veel verdienen voor een sociale huurwoning maar nog sparen voor een koophuis, zouden dan tijdelijk kunnen huren.

Huurwoning eindstation

Maar volgens de economen van Rabobank is het voor huurders in de vrije sector moeilijk om te sparen voor een eigen woning. De huren zijn simpelweg te hoog. Vooral in de grote steden kost een vrije-sector-huurwoning al snel €1000 per maand, en huurders geven gemiddeld 36% van hun inkomen uit aan wonen.

Dat is wrang, omdat 69% van de huurders in de vrije sector tot 45 jaar wil verhuizen, stelt onderzoeker Nic Vrieselaar. Ruim driekwart van de mensen met een verhuiswens wil volgens hem naar een koopwoning. ‘De vrijehuursector is een tussenstation, maar als we niet oppassen, wordt het een eindstation’, zegt Vrieselaar.

De groep die tussen de sociale huursector en de koopsector valt, wordt steeds groter. Na de crisis zijn de hypotheekregels strenger geworden, zodat huishoudens meer eigen geld nodig hebben om een woning te kopen. Toezichthouder DNB pleit ervoor de leennormen nog strenger te maken, zodat huizenkopers nog 90% van de aankoopprijs mogen lenen. Nu is de zogenoemde loan-to-value (ltv) maximaal 100%.

Bron: Het Financiële Dagblad, 23 oktober 2019