31 mei '21

Grote steden maken haast met weren van vastgoedbeleggers

Door beleggers te verbieden huizen op te kopen, kunnen steden de komende vijf jaar fors ingrijpen op de krappe woningmarkt. Uiterlijk begin volgend jaar verwacht een aantal steden al te kunnen beginnen met deze opkoopbescherming.

De eerste grote steden gaan beleggers al op korte termijn verbieden huizen op te kopen in sommige wijken. Eerder dachten gemeenten dat de invoering van de zogeheten opkoopbescherming veel tijd zou vergen. Inmiddels verwachten bestuurders in Rotterdam, Eindhoven, Den Haag en Haarlem al uiterlijk begin volgend jaar zo’n beleggersverbod in te voeren.

Dat blijkt uit een rondgang van Het Financieele Dagblad. Met de opkoopbescherming kunnen steden de komende vijf jaar fors ingrijpen om de krapte en extreem hoge prijzen op de woningmarkt aan te pakken. Ze kunnen wijken aanwijzen waar beleggers geen goedkope en middeldure panden meer mogen opkopen voor de verhuur. Kopen om te verhuren is daar dan verboden.

Beleggers hekelen die ingreep. De Nederlandsche Bank uitte eerder eveneens kritiek op de maatregel. De opkoopbescherming zou geen structurele oplossing zijn voor de schaarste op de huizenmarkt, en de schaarste aan huurhuizen in de vrije sector juist kunnen vergroten. Huurprijzen kunnen zo verder stijgen.

Animo groot

Toch is er onder gemeentebestuurders veel animo voor het verbod. Woonwethouders van de zeven grootste steden van Nederland denken de regel snel in te zetten als de Eerste Kamer hiermee instemt later dit jaar. Bestuurders in andere steden zoals Leeuwarden, Groningen en Zaanstad bereiden ook een opkoopverbod voor, zeggen zij desgevraagd.

‘Het is een zeer ingrijpend instrument, maar nodig omdat inwoners sommige buurten achteruit zien kachelen’, zegt de Rotterdamse woonwethouder Bas Kurvers (VVD). Hij verwacht dat Rotterdam het opkoopverbod al op 1 januari 2022 kan invoeren in meerdere wijken.

De vijf grootste steden van het land werken samen bij de invoering van de maatregel om problemen te verhelpen. Amsterdam en Utrecht willen die ook invoeren, maar kunnen daar nog geen datum voor noemen.

Opkoopverbod

Woonwethouders in steden zoeken al langer naarstig naar manieren waarop ze de lokale huizenmarkt kunnen reguleren. De leefbaarheid in sommige wijken zou onder druk staan. Ook willen ze het historisch lage aanbod koopwoningen beschikbaar houden voor gezinnen en starters.

Zo gelden er al strenge regels voor het opsplitsen of ‘verkameren’ van panden in Rotterdamse, Tilburgse en Eindhovense wijken. Den Haag besloot vorige week tot een uitbreiding van het al geldende verkameringsverbod in de stad. De opkoopbescherming moet wethouders helpen beleggers helemaal te weren uit aangewezen woonwijken.

‘Het is best heel erg acuut’, zegt de Tilburgse wethouder Oscar Dusschooten (VVD) over de problemen die ontstaan in sommige wijken. De sociale cohesie verdwijnt vooral wanneer panden worden opgekocht, gesplitst en arbeidsmigranten hun intrek nemen, zegt hij. ‘Juist de goedkopere panden worden opgekocht en doorverhuurd voor hoge prijzen. We weten dat hier puur misbruik wordt gemaakt van schaarste.’

Beleggen in woningen
Beleggers investeerden de afgelopen jaren veel, geholpen door de lage rente en toegenomen financieringsmogelijkheden. Ze hadden in oktober vorig jaar 8,4% van de totale woningvoorraad in handen tegen 7,6% in 2017, blijkt uit cijfers van het Kadaster.

Particuliere beleggers zijn vooral aanwezig in de grote steden. Ze kochten de afgelopen tien jaar een kwart van de beschikbare woningen in de vier grootste steden op. Dat was 15% in heel Nederland, aldus het Kadaster. Particuliere beleggers kochten in het laatste kwartaal van 2020 zelfs vier op de tien koopwoningen in de grootste steden in de Randstad. Het aandeel woningen dat werd gekocht door koopstarters daalde de afgelopen jaren steevast.

Invoering

Gemeentebestuurders in de vijf grootste steden vreesden eerder dat ze het opkoopverbod niet konden gebruiken voor 2023. De invoering ervan vergt een aanpassing van de zogeheten huisvestingsverordening en dat kost tijd. Gemeenten moeten namelijk bepalen wat ‘goedkope’ en ‘middeldure’ huizen zijn. Daarnaast moeten ze verantwoorden waarom de opkoopbescherming nodig is in bepaalde wijken, vanwege schaarste of bescherming van de leefbaarheid.

Nu blijkt dat de voorbereiding in sommige steden minder tijd kost dan gedacht. Terwijl de Eerste Kamer er nog over moet oordelen, blijkt het opkoopverbod in veel grote steden een prioriteit. ‘Als je het echt snel wilt doen, moet je er nu al mensen en middelen voor vrijmaken’, zegt de Rotterdamse wethouder Kurvers. ‘En dat doen we.’

Onderzoek

Van de 25 grootste gemeenten sluit alleen de gemeente Haarlemmermeer de inzet van de opkoopbescherming expliciet uit. Veel meer wethouders in gemeenten zoals Enschede, Maastricht, Zwolle en Apeldoorn vinden het opkoopverbod nuttig, maar willen eerst meer onderzoek doen naar de aanwezigheid van beleggers op de lokale woningmarkt. Woonwethouders in Leiden en Almere moeten van hun gemeenteraden onderzoek doen naar het opkoopverbod.

‘Een opkoopbescherming is een vergaande maatregel die het economisch verkeer beperkt’, zegt een woordvoerder van de gemeente Almere. ‘Je moet daar dus heel voorzichtig mee omgaan. Toch vinden we de huidige problematiek op de woningmarkt zo groot dat we dit instrument nadrukkelijk overwegen.’

Bron: FD.nl, 30 mei 2021
Lees het volledige artikel

Terug naar overzicht