5 september '23

1,8 mln huishoudens huren terwijl ze liever zouden kopen — of juist andersom

1,8 mln Nederlandse huishoudens zouden hun huurhuis liever inruilen voor een koophuis, of juist precies andersom. De groep huurders die liever een woning zou kopen, is het grootst, maar er is ook een groep die juist een koophuis heeft, maar liever zou huren.

Dat blijkt uit een onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB) dat dinsdag is gepubliceerd in economenvakblad ESB. De onderzoekers spreken van een mismatch op de woningmarkt. Vooral huurders onder de 45 jaar willen liever kopen, vooral oudere woningeigenaren willen liever huren.

Deze mismatch kan volgens de onderzoekers worden verkleind door meer huizen te bouwen, en door de fiscale voordelen voor kopen te verkleinen. ‘Het fiscale beleid maakt het voor ouderen nu bijvoorbeeld niet aantrekkelijk om hun huis te verkopen en dat geld op een beleggingsrekening te zetten. Dan wordt hun vermogen zwaarder belast’, zegt Dorinth van Dijk, onderzoeker bij DNB.

Intrinsieke voorkeur
Aanleiding voor het onderzoek is dat er veel discussie is over de woningmarkt. ‘Daarbij bestaat nogal eens de indruk dat een koophuis als het meest wenselijk wordt gezien, maar vinden mensen dat echt? Dat wilden we eens weten’, zegt Maarten van Rooij, die samen met Van Dijk het onderzoek uitvoerde.

De DNB’ers ondervroegen ruim 2400 mensen over hun intrinsieke voorkeur, oftewel hun voorkeur als er geen kostenverschil zou zitten tussen kopen en huren. In dat geval heeft 56% liefst een koopwoning en 21% een huurwoning. De rest heeft geen duidelijke voorkeur.

Van de woningeigenaren blijkt 14% bij gelijke kosten liever te huren. Dat komt overeen met 8% van het totaal aantal huishoudens in Nederland. Bij de huurders is het percentage dat anders prefereert aanzienlijk groter. Van de sociale huurders zou 31% liever kopen. Van de huurders in de vrije sector betreft dit 49% (6% van het totaal aantal huishoudens).

Geen huisbaas versus flexibiliteit
Hoewel de respondenten gevraagd werd de kosten geen rol te laten spelen bij het bepalen van de ‘intrinsieke voorkeur’, denken de onderzoekers dat bij vrijesectorhuurders toch de overweging heeft meegespeeld dat kopen in de praktijk goedkoper is dan huren, onder meer met dank aan de hypotheekrenteaftrek. En dat bij een deel van de sociale huurders het gebrek aan financiën een rol speelt om niet te willen kopen.

De redenen die respondenten verder geven om te kopen, zijn dat ze dan niet meer afhankelijk zijn van een huisbaas, en dat ze dan vrij zijn om hun huis aan te passen. Degenen die liever huren noemen op hun beurt als voordelen dat ze dan flexibel zijn en zich geen zorgen hoeven te maken over onderhoud.

Leeftijd
Leeftijd blijkt ook een rol te spelen. Jongeren hebben een sterkere voorkeur voor kopen. Ze zijn ook relatief vaak bereid extra te betalen voor een koopwoning. De mensen die liever zouden huren, zelfs als dat duurder is, zijn vaker ouderen. Die zijn veelal op zoek naar een kleiner, gelijkvloers appartement. Mensen in stedelijke gebieden zijn enthousiaster over huren, mannen en hogeropgeleiden geven weer vaker de voorkeur aan kopen.

De onderzoekers raden aan om bij nieuwbouw in te spelen op deze voorkeuren, door voldoende huurappartementen voor ouderen te bouwen en koopwoningen voor jonge starters en gezinnen. Van Rooij: ‘Als ouderen verhuizen komt er ook een treintje op gang. Die laten dan weer een koopwoning achter, waar bijvoorbeeld een jong gezin in kan.’

Bron: FD d.d. 5 september 2023

Terug naar overzicht